Skip to main content

De onmisbare rol
van de Nederlandse koopvaardij

Zonder de bijdrage van de Nederlandse koopvaardij was er geen bevrijding in 1945 geweest

Van koopvaardij­bemanning naar frontsoldaten op zee

Voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog had Nederland met ruim elfhonderd zeeschepen een van de grootste en modernste koopvaardij­vloten ter wereld. Veel van die schepen en hun bemanningen werden tijdens de oorlog voor geallieerde oorlogsdoeleinden ingezet.

Oorlogen worden gewonnen door mensen en materieel. En koopvaardijschepen zorgden tijdens de Tweede Wereldoorlog dat deze op de juiste tijd op de juiste plek waren. Daarmee drukte het Nederlandse koopvaardij­personeel in de jaren 1939-1945 een belangrijke stempel op het verloop van de oorlog. 

Nauwelijks getraind en bewapend deden ze jarenlang en onder de meest gevaarlijke omstandigheden hun werk. Of beter: de plicht die hen in landsbelang was opgelegd. Met groot gevaar voor eigen leven, want de vijand deed er alles aan om de schepen te laten zinken.

Vergeten oorlogshelden

Geen andere beroepsgroep is tijdens de Tweede Wereldoorlog zo grootschalig, zo langdurig en zo internationaal ingezet als de bemanningen van onze koopvaardij. De grootste Nederlandse bijdrage aan de geallieerde eindoverwinning kwam van hen,  ten koste van veel leed en hoogste offers.

Onze koopvaardijveteranen verdienen een blijvend eerbetoon. Laten we die hen ook geven.

Grote vooroorlogse verliezen

De koopvaardij was al in oorlog voordat Nederland in oorlog was

In Nederland begon de Tweede Wereldoorlog met een neutraliteits­periode - ook wel schemeroorlog genoemd - die duurde van 1 september 1939 tot 10 mei 1940. De regering hoopte zo buiten de oorlog te blijven.

Voor de Nederlandse koopvaardij was van neutraliteit geen sprake. Al vanaf 9 september 1939, de dag dat het vrachtschip Mark ten noorden van de Waddeneilanden op een Duitse mijn liep, was oorlog de dagelijkse en harde realiteit. 

Tientallen schepen, ook van andere neutrale landen, liepen op zeemijnen, werden getorpedeerd door Duitse onderzeeërs of onder Duits vuur genomen met bommen, mitrailleurvuur of scheepsgeschut. 

In de neutraliteitsperiode gingen 39 koopvaardijschepen verloren of werden zwaar beschadigd door oorlogsgeweld. Daarbij verloren 160 koopvaardij-opvarenden en 60 passagiers hun leven. Ook de vissers­schepen leden zware verliezen. Allemaal in een periode waarin Nederland niet in oorlog was.

Duitse inval

Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers Nederland binnen. Verreweg de meeste koopvaardij­schepen waren bij het uitbreken van de oorlog op zee of in buitenlandse havens. Ze kregen van de Nederlandse regering de opdracht een neutrale of geallieerde haven aan te lopen en daar verdere orders af te wachten. De Duitse oproep om naar Nederland terug te keren werd massaal genegeerd.

Veel koopvaardij- en marineschepen wisten nog uit Duitse handen te blijven door uit Nederlandse havens naar Engeland te varen. Na 15 mei 1940 was dit niet meer mogelijk.

Vaarplicht

Op 6 juni 1940 kondigde Koningin Wilhelmina een vaarplicht af en werd het koopvaardijpersoneel met een pennenstreek gemilitariseerd. Het ene moment waren ze burgers, jongens soms nog, het volgende moment ongetrainde dienstplichtige frontsoldaten op zee.

Hun taak was levensgevaarlijk, maar het koopvaardij­personeel had geen keus. Ze moésten varen. Het alternatief was deserteren en dat werd zwaar bestraft.

De vaarplicht gold voor bijna 1.200 schepen met 32.000 bemannings­leden, waarvan ruim 19.000 Nederlanders. De meesten van hen waren op zee toen de oorlog uitbrak en zouden hun thuis jaren niet meer zien.

Wereldwijde inzet van de koopvaardij

Video's van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie uit de serie ‘De koopvaardij in de oorlog 1940–1946’. 

Voortdurende dreiging en levensgevaar

De Nederlandse bijdrage aan geallieerde oorlogsmissies was relatief klein. Maar niet op zee. Als echte handelsnatie had Nederland de op vier na grootste koopvaardijvloot ter wereld. Die vloot - een verzameling van vrachtschepen, tankschepen, kustvaarders, sleepboten en passagiersschepen - werd al snel onmisbaar.

In eerste instantie werd de koopvaardij ingezet bij geallieerde transporten. Ze vervoerden wapens, voorraden en manschappen en evacueerden gewonde soldaten. Dit was bijzonder risicovol, ze lagen regelmatig onder vijandig vuur. 

Later werden ze ook bij levensgevaar­lijke militaire invasies betrokken. Nauwelijks getraind, nauwelijks bewapend en onder voortdurende dreiging van bombardementen, beschietingen, mijnen, torpedo’s en schipbreuk bleef het koopvaardijpersoneel zijn plicht vervullen. Met zenuwslopende angst, die voer altijd mee. 

Het gevaar kwam van alle kanten

Op open zee waren ze 'sitting ducks', een gemakkelijke prooi. Het gevaar kwam van alle kanten en tegen de vliegtuigaanvallen, mijnen en torpedo's viel weinig te doen. Wie de verschrikking van een vijandige aanval overleefde, moest zich in reddingsbootjes of zwemmend zien te redden. Wie uit de handen en kampen van de vijand wist te blijven en in veiligheid kon komen, moest gelijk weer dienst doen op een ander schip. En begon het gevaar weer van voor af aan.

Veteraan vertelt

Berend van Bon (1917-2021), stuurman
Bron: Nederlands Veteraneninstituut

Berend van Bon (1917-2021), stuurman

Een dag voor mijn verjaardag, op 28 december, deed ik een middagdutje. Ik had alleen een onderbroek aan, het was smoorheet. Ik schrok wakker van een explosie en meteen erna hoorde ik een tweede klap. Ik keek door de patrijspoort en zag bemanningsleden door de vlammen rennen. We waren met zo’n dertig man aan boord. Eén van hen was helemaal verbrand.

Grote onzekerheid over het lot van dierbaren

Met het thuisfront was nauwelijks contact mogelijk. Vaak bleef het bij een enkele Rodekruisbrief van maximaal vijfentwintig woorden, onder censuur. Die brieven waren maanden, soms jaren onderweg. De onzekerheid over het lot van dierbaren was over en weer enorm. Net als het gemis en het verdriet om kinderen niet te zien opgroeien.

Ook de financiële situatie werd steeds hachelijker. Vanaf oktober 1941 mochten de rederijen van de bezetter geen gages meer betalen aan de families van zeevarenden die naar bezet gebied weigerden terug te keren.

Armoede en honger dreigden. Een spontaan opgezet illegaal onder­steunings­fonds onder de schuilnaam Zeemanspot bracht enige verlichting.

Zeemanspot

Video van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie uit de serie ‘De koopvaardij in de oorlog 1940–1946’. 

De vraag die zelden gesteld wordt

Hoe kwamen al die soldaten en hun materieel op D-day aan de Franse kust?

Onmisbare schakel

Zonder onze koopvaardij was de bevrijding niet mogelijk geweest

Dankzij de enorme inzet van de koopvaardij konden de geallieerde troepen oprukken, met het D-day offensief als bekroning. Duizenden schepen - de grootste oorlogsvloot uit de geschiedenis met tachtig procent aan koopvaardijschepen - brachten een enórme invasiemacht naar de Franse kust. Dat offensief leidde in 1945 tot onze bevrijding.

Heldenrol

De Nederlandse koopvaardijschepen en hun bemanningen hebben met groot gevaar voor eigen leven een belangrijke bijdrage geleverd aan de geallieerde oorlogsvoering en het succes van D-day. Daarmee hebben ze een belangrijke rol  in de bevrijding van Europa gespeeld.

Overal ter wereld deed de koopvaardij haar gevaarlijke plicht

  • Bij de evacuatie van de troepen van Duinkerken, Le Havre en Channel Islands in juni 1940 waren 43 Nederlandse coasters betrokken, gevorderd door de Royal Navy.
  • Bij de evacuatie van de Britse troepen uit Griekenland in april 1941 speelden Nederlandse passagiersschepen een grote rol. Drie van deze schepen zijn met groot verlies aan mensenlevens verloren gegaan.
  • Bij het bevoorraden van het strategisch gelegen Malta door konvooien vanuit Gibraltar en Alexandrië leden Nederlandse schepen zware verliezen.
  • Hetzelfde geldt voor konvooien die via de Noordelijke IJszee oorlogsmaterieel voor het Rode Leger naar de Russische havens Moermansk en Archangel brengen. De route rond het bezette Noorwegen ligt onder het bereik van de Duitse luchtmacht en vlooteenheden.
  • In het Verre Oosten was de koopvaardij nauw betrokken bij de evacuatie van Nederlands-Indië.
  • Nederlandse schepen hielpen Amerikaanse troepen het Australische Nieuw-Guinea te verdedigen en de oostkust van dit gebied te heroveren. Veel schepen gingen hierbij verloren.
  • Bij het heroveren van de talloze eilanden in de Pacific die de geallieerden steeds dichter bij Japan brengen, gaven Nederlandse koopvaardij­schepen de noodzakelijke ondersteuning aan de geallieerde troepen. Hier waren lange zeereizen mee gemoeid.

Zware verliezen

Maar de prijs was hoog. Ruim 19.000 Nederlandse koopvaardijlieden werden door de vaarplicht formeel gedwongen om te varen. Maar liefst 2.715 van hen verloren tijdens de oorlogsjaren hun leven.

Van de 1.144 Nederlandse schepen die voor de geallieerde oorlogsvoering werden ingezet, gingen 525 schepen (46%) verloren.

Eindelijk weer naar huis

Ook na de oorlog ging de inzet van koopvaardij onverminderd door, nu vooral bij herstel­werkzaamheden. Pas op 2 maart 1946 - négen maanden na onze bevrijding - werd de vaarplicht opgeheven en mocht het koopvaardij­personeel eíndelijk weer naar huis.

In opdracht van de Nederlandse regering hadden ze vaak vijf of zes jaar onafgebroken op zee gediend, soms aan de andere kant van de wereld. Verschrikkelijke oorlogsjaren vol dreiging en angst. Vol heldhaftige maar ook traumatische gebeurtenissen.

Aan de buitenkant was niets van dit al te zien. Integendeel zelfs. Ze zagen er vaak gebruind en weldoorvoed uit. Voor wie niet beter wist, was het alsof ze op vakantie waren geweest. Ze hadden in ieder geval duidelijk de Nederlandse hongerwinter niet meegemaakt. En dat stak.

Een kille thuiskomst

Toen de koopvaardijlieden na hun zware oorlogsjaren eíndelijk weer thuis­kwamen, kregen ze een stille en kille ontvangst. Er was beschamend weinig erkenning en waardering voor hun grote en waardevolle inzet die ze ten koste van veel persoonlijk leed hadden gegeven. Ze konden het navertellen, maar er was geen ruimte voor hun verhaal. Voor hun pijn.

En dus werden onze koopvaardijlieden, ondanks hun uitzonderlijke bijdrage aan de bevrijding, bij thuiskomst niet als helden onthaald. Ze kregen geen brede erkenning en waardering voor hun moed en prestaties. Ze werden niet gehoord en niet gezien. Ze werden niet eens als veteranen beschouwd.

In plaats daarvan kregen ze vooral met onbegrip en rancune te maken. Pijnlijk verrast en aangedaan keerden de koopvaarders stilzwijgend in hun burgerbestaan terug.

Uit de toespraak van Prinses Margriet

30 juni 2012

"Dat de koopvaardij een doorslaggevende rol in de geallieerde overwinning heeft gehad, werd en wordt maar zelden gehoord. Voor de verwerking was er in het na-oorlogse Nederland weinig plaats. De maalstroom van de wederopbouw sleepte iedereen weer mee. Sommigen waren een paar weken na aankomst alweer voor maanden op zee. Dit alles heeft een zware wissel op deze beroepsgroep en hun families getrokken."

Een onderbelicht deel van onze geschiedenis

Nederland was nog niet klaar om hun verhaal te horen. Hun grootse aandeel in de geallieerde overwinning is mede hierdoor onderbelicht gebleven.

Wij zetten de onmisbare inbreng van de koopvaardij vol in de aandacht. Uit dank voor onze vrijheid. Uit respect voor hun enorme en jarenlange inzet op zee. En met de vurige hoop op een grotere en blijvende erkenning voor de duizenden Nederlandse koopvaardijveteranen die in de Tweede Wereldoorlog hebben gestreden.

In de Databank vind je hun namen en scheepsverleden.
Een eerbetoon aan hen die voeren en vochten voor onze vrijheid.

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten, herdenkingen en relevante informatie over de Nederlandse koopvaardij tijdens WO2.

We gaan met zorg met jouw gegevens om. Lees het in de Privacyverklaring.