Skip to main content
Hoog bezoek in Katwijks Museum

Minister van Defensie bezoekt expositie Varen voor Vrijheid

De adjudant van de minister, Katwijker Jacob Haasnoot, minister Ruben Brekelmans en voorzitter Hubert Nijgh spreken in het Katwijks Museum over de koopvaardij tijdens de Tweede Wereldoorlog. © Foto Hielco Kuipers


KATWIJK. In een grijs pak, met een glimlach op zijn gezicht en zijn adjudant op de hielen stapt demissionair minister van Defensie Ruben Brekelmans dinsdagmiddag het Katwijks Museum binnen. Buiten vallen de mussen van het dak, binnen is de temperatuur aangenamer.

Bron: Leidsch Dagblad | Maartje van der Woude | 13 augustus 2025 | © Foto Hielco Kuipers

De koelte komt gelegen, want Brekelmans wacht een uitvoerige les over de geschiedenis van de Nederlandse koopvaardij in de Tweede Wereldoorlog. Dat is een boeiend en vaak onderbelicht verhaal, overschaduwd door de bekendere kronieken van strijd en verzet onder de Duitse bezetting.

Vaarplicht

Op 10 mei 1940 valt Duitsland Nederland binnen en even later, op 6 juni, kondigt koningin Wilhelmina de Vaarplicht af. Met één pennenstreek militariseert zij het voltallige Nederlandse koopvaardijpersoneel. Vanaf dat moment zijn zij dus geen burgers meer, maar ongewild dienstplichtige frontsoldaten op zee.

Er was geen tijd voor militaire training voor de koopvaardijlieden. Wel werden Nederlandse koopvaardijschepen uitgerust met wapens als boordkanonnen, luchtdoelmitrailleurs en soms dieptebommen. Later in de oorlog werden ook radarsystemen ingevoerd.

Oceanen werden slagvelden en de Nederlandse koopvaardijlieden moesten verplicht vechten. Pearl Harbor, de Pacifische oorlog, de strijd in Nederlands-Indië: de wereld stond in brand en de jongens van de koopvaardij hadden de onmogelijke taak om haar te blussen. Er was altijd de kans om getorpedeerd te worden, of opgeblazen door zeemijnen.

Koopvaardijveteraan

Eerst is er tijd voor minister Brekelmans om een kop koffie te drinken met de Katwijkers die hem vandaag ontvangen. Onder hen is Hubert Nijgh, voorzitter van de Stichting Koopvaardijpersoneel 1940-1945. Samen met Jacob Haasnoot, ook aanwezig en zelf kind van een koopvaardijveteraan, is hij verantwoordelijk voor de expositie ’Varen voor Vrijheid’ in het Katwijks Museum.

Even gaat het over koetjes en kalfjes. Brekelmans vertelt dat hij geboren is in Leidschendam, maar daar ’in alle eerlijkheid’ maar een half jaar woonde. Zijn familie verhuisde naar Brabant en daar woont hij nog steeds, nu met zijn eigen gezin.

Van de Katwijkse mannen krijgt de minister het een en ander over het dorp uitgelegd. Bijvoorbeeld het verschil tussen Katwijk aan Zee en Katwijk Binnen en daarmee samenhangend de oorsprong van de wijknaam ’Tranendal’.

Operatie

Als ware het een privé-hoorcollege krijgt Brekelmans een lange, uitgebreide rondleiding langs elke mijlpaal van de expositie ’Varen voor Vrijheid’. Hubert Nijgh en Jacob Haasnoot vertellen honderduit en - het moet gezegd - de aandacht van de minister verslapt geen moment.

Als de Vaarplicht aan bod komt, vraagt de minister aan Nijgh: ,,Was dat de eerste keer in de Nederlandse geschiedenis?” Voor zover hij weet wel, zegt Nijgh. ,,En hoe zag het gezag eruit?” vraagt Brekelmans. ,,Wie bepaalde hoe die schepen werden ingezet?”

De adjudant van de minister, Katwijker Jacob Haasnoot, minister Ruben Brekelmans en voorzitter Hubert Nijgh spreken in het Katwijks Museum over de koopvaardij tijdens de Tweede Wereldoorlog. © Foto Hielco Kuipers

Toekomst

Na het stellen van zijn eigen vragen is Brekelmans niet te beroerd er zelf een aantal te beantwoorden. Wat hij vandaag leerde, laat hem des te meer inzien hoe abrupt dingen kunnen veranderen in tijden van oorlog, zegt hij.

,,Juist zo’n situatie willen we vermijden. Daarom proberen we nu afspraken te maken met civiele partners. Dat is niet alleen de maritieme sector, maar ook de Nederlandse Spoorwegen en bedrijven in de logistiek.”

De minister spreekt over een hedendaags ’grijs gebied’ waar Nederland zich nu in bevindt. ,,Spanningen nemen toe.” Afspraken tussen Defensie en bedrijven over samenwerking kan voorkomen dat bedrijven plotseling alles uit handen moeten laten vallen en zich volledig voor Defensie moeten inzetten, zoals in 1940 de koopvaardij overkwam.

Tot slot geeft Brekelmans prijs waarom hij dinsdag naar Katwijk is gekomen. ,,We hebben het heel erg over het heden en de toekomst, maar ik vind het ook belangrijk om onze veteranen erkenning te geven. Koopvaardijlieden hebben die onvoldoende gekregen voor wat er in het verleden is gebeurd.”